Financieringsbehoefte
In de financieringsparagraaf van de begroting 2022 werd uitgegaan van het aantrekken van nieuwe langlopende leningen van in totaal € 256 mln en een aflossing op bestaande leningen van € 49 mln. Uiteindelijk zijn er naast de 2 leningen met uitgestelde storting van elk € 50 mln (in 2020 aangetrokken) geen nieuwe langlopende leningen aangegaan, het totale aflossingsbedrag bedroeg € 44 mln. Het verschil tussen de begrote financieringsbehoefte en de uiteindelijke werkelijke financieringsbehoefte is veroorzaakt door onderuitputting op investeringen en exploitatiebudgetten.
De in 2022 gestorte leningen betreffen 30 jarige leningen met een lineaire aflossing. De looptijd van deze leningen is in grote lijnen gelijk aan de afschrijvingstermijnen van de (wegen)infrastructuur. Door de relatief lange looptijd van deze leningen gecombineerd met een lineaire aflossing wordt aansluiting gevonden met de afschrijvingslasten in de begroting/jaarrekening . Daarnaast wordt hiermee het evenwicht gezocht tussen beheersing van renterisico en flexibiliteit voor de toekomst.
De financieringsbehoefte gedurende het jaar 2022 was wisselend vanwege pieken in de uitgaven en vooral de inkomsten, zoals de jaarlijkse storting vanuit het BTW compensatiefonds eind juni, de jaarlijkse aflossingen en rentebetalingen, de subsidiebijdragen van het Rijk voor de Rijnlandroute en het vervallen van de rekening courant PMR bij het Groenfonds.
Vanwege deze fluctuaties is er gedurende het eerst halfjaar van 2022 gebruik gemaakt van kortlopende leningen met een looptijd tot 3 maanden. Er zijn dit jaar in totaal 3 kortlopende leningen aangetrokken met een negatieve rente, vanaf juli 2022 is er sprake van een liquiditeitsoverschot.