Provinciaal grondbeleid
Op 19-04-2022 is de ‘Uitvoeringsnota Grondbeleid – een proactief en opgavegericht grondbeleid’ vastgesteld door Gedeputeerde Staten (GS). Deze uitvoeringsnota grondbeleid bouwt voort op de vorige beleidsnota grondbeleid (2018 – 2021) waarin de stap is gezet van een kaderstellend naar een opgavegericht grondbeleid. Met deze uitvoeringsnota grondbeleid wordt de mogelijkheid geboden om een volgende stap te zetten van opgavegericht grondbeleid naar een meer proactief grondbeleid. Immers voor een aantal grote opgaven is grond of veranderend (grond)gebruik nodig, waardoor grondbeleid een wezenlijk onderdeel uit dient te maken van de realisatiestrategie. In 2023 staan wettelijke veranderingen op stapel. Onderdeel van de nieuwe Omgevingswet is de Aanvullingswet grondeigendom met daarin een aangepaste onteigeningsprocedure. De nieuwe uitvoeringsnota grondbeleid speelt in op de bovenstaande ontwikkelingen.
De kaders voor deze uitvoeringsnota grondbeleid zijn vastgelegd in de Financiële Verordening (FV), die is vastgesteld door Provinciale Staten (PS) op 9 maart 2022. De kaderstellende onderwerpen in de FV zijn: provinciaal belang, uitgangspunten/kernwaarden, strategische grondaankopen, alsmede financiële kaders en dekking. Over de meer uitvoerende onderwerpen c.q. uitvoeringsregels gaan GS. De inzet van het grondbeleid is aan GS. GS kan zo aansluitend op de dynamiek van de opgave een actief en wendbaar grondbeleid voeren. Deze splitsing (tussen PS en GS) betekent ook dat zowel de FV als de uitvoeringsnota grondbeleid kan worden aangepast indien nodig en veranderingen dus niet meer vier jaar lang hoeven te worden opgespaard. In het verlengde hiervan zijn de spelregels (voormalige handelingskaders) voor strategische aankopen en strategisch grondbezit, alsmede pachtuitgifte en het vigerende handelingskader vervreemding gesubsidieerde grond geïntegreerd in deze uitvoeringsnota grondbeleid. Jaarlijks zal worden bepaald of de FV, uitvoeringsnota of spelregels dienen te worden geactualiseerd, zodat het grondbeleid aansluit op de dynamiek van de opgaven.
De grondbeleidsexpertises zoals adviseren, doorrekenen, onderhandelen en contracteren zijn ook nodig om de stap van beleid naar realisatie te maken. Hierbij zijn de belangrijkste kernwaarden:
- marktconformiteit;
- gelijkheidsbeginsel;
- level-playing-field;
- rechtmatigheid;
- transparantie;
- op waardebehoud gericht beheer, waarbij risicobeheersing en duurzame beheerkosten in de gehele projectcyclus aan de orde zijn.
Zo zijn onze uitgiftekaders voor verkoop en pacht getoetst en aangescherpt aan recente jurisprudentie (lees: veelal openbare uitgifte op basis van objectieve, toetsbare en redelijke criteria, waarbij voorgenomen verkopen vooraf kunnen worden gepubliceerd). Ten slotte is er meer aandacht voor duurzaam en op waardebehoud gericht beheer, waarbij risicobeheersing en beheerkosten vanaf het begin van de projectcyclus aan de orde dienen te zijn.
Door over het grondbeleid te adviseren als onderdeel van een breder pakket aan uitvoeringsmaatregelen, kan een opgave komen tot een passende realisatiestrategie, waarin het grondbeleid niet op zichzelf staat, maar parallel loopt met het te kiezen ruimtelijke ordeningsbeleid c.q. planologie en mogelijke financieringsconstructies en -arrangementen (inclusief subsidies). De inzet van het grondbeleidsinstrumentarium en daarmee de keuze voor een actief of faciliterend grondbeleid wordt binnen de opgaven bepaald. In de uitvoeringsnota grondbeleid wordt het beschikbare grondinstrumentarium beschreven: van verwerving, uitgifte, overdracht, beheer tot grond- gerelateerde instrumenten. Bij deze grondinstrumenten is er ook aandacht voor strategische aankopen c.q. strategisch grondeigendom en aandacht voor grondstrategieën als onderdeel van de totale uitvoeringsstrategie. Als door een stapeling van opgaven cumulatieve ruimteclaims ontstaan (die integraal dienen te worden aangepakt) kan door anticiperende aankopen de provincie vroegtijdig een grondpositie verwerven, waardoor toekomstige ontwikkelingen sneller de gewenste richting uitgaan. Als voor opgaven bruikbare gronden beschikbaar komen, zal de provincie dan ook proactief met de betreffende eigenaar in gesprek gaan om deze gronden te verwerven.
De provincie beschikt binnen het grondbeleid over een aantal publiekrechtelijke middelen om haar doelen te bereiken, zoals onteigening en voorkeursrecht. In het kader van de nieuwe Omgevingswet zal de provincie deze middelen blijven behouden. Bij onteigening wordt in de nieuwe Omgevingswet het principe doorgevoerd dat de overheid die onteigent tot die onteigening besluit. Tot nu was dat een besluit van de Kroon en in de nieuwe wet zullen PS onteigenen. Dit zal worden geregeld in de Aanvullingswet Grondeigendom, waarvan verwacht wordt dat deze, op basis van de Omgevingswet, op 1 januari 2024 van kracht wordt. In 2022 zijn GS, PS (via een technische sessie) en de provinciale organisatie meegenomen in de veranderde rol van PS en de implementatie.
Door wijziging van de invoeringsdatum van de omgevingswet is de implementatie niet afgerond maar wordt doorgezet in 2023.
In 2022 is de motie 1139 behandeld waarbij door GS inzicht is gegeven in het grondbeleid voor een robuuste en vitale landbouw en natuur.
De uitvoering van het grondbeleid vindt plaats in de opgaven en opdrachten. Per opgave wordt een korte beschrijving van de grondactiviteiten en de in te zetten instrumenten in 2022 gegeven met eventuele (financiële) kengetallen.