• Regionale weginfrastructuur € 1,9 mln (v)
• Regionale Spoorinfrastructuur € 1,2 mln (v)
• Duurzaam veilig € 0,9 mln (n)

In de Regionale gebiedsagenda’s Mobiliteit (voorheen Bestedingsplan mobiliteit) zijn bijdragen opgenomen voor regionale infrastructuurprojecten op het gebied van doorstroming en verkeersveiligheid (duurzaam veilig).
Het verschil komt voornamelijk door de zogenaamde toekomstig uitvoeringsgerede projecten. Daarvoor is jaarlijks budget beschikbaar maar blijven de aanvragen achter bij de verwachtingen. Voor duurzaam veilig projecten is meer subsidie verleend dan begroot omdat er ook nog aanvragen zijn binnengekomen die oorspronkelijk in 2021 zouden worden ingediend.
Het is lastig om deze uitgaven goed te begroten, omdat de provincie afhankelijk is van gemeenten en waterschappen voor het tijdig aanvragen en afrekenen van subsidies, of het melden als dit niet lukt.

De afwijkingen hebben te maken met het verwerken van de beschikbaarheidsvergoeding, compensatie prijsontwikkeling en de veranderende vraag naar OV (zie ook de baten). Het betreft de volgende concessies:

• Drechtsteden, Molenlanden en Gorinchem € 7,1 mln (n)
• Waterbus € 0,9 mln (n)
• Veer Maassluis-Rozenburg € 0,1 mln (n)
• Zuid-Holland Noord € 1 mln (v)
• Hoeksche Waard & Goeree Overflakkee € 0,6 mln (v)
• Treindienst Alphen - Gouda € 0,3 mln (v)
• Reservering indexering OV € 7 mln (v)
• Concessiemanagement € 0,4 mln (n)

In 2022 zijn de regels voor het activeren van bijdragen in activa van derden door de commissie BBV aangescherpt. Als de gesubsidieerde partij het investeringsproject waaraan de bijdrage wordt verstrekt niet activeert, dan mag de subsidieverstrekker dat ook niet doen. In dit geval gaat het om een bijdrage aan Rijkswaterstaat, dat als onderdeel van de rijksoverheid het kasstelsel hanteert en het investeringsproject 'aansluiting A15/N3' derhalve niet activeert. Het aandeel 2022 van de provinciale bijdrage dient daarom ten laste van de exploitatie te worden gebracht.

Dit betreft een structureel budget voor onderzoekskosten voor projecten en een incidenteel budget voor eenmalige (begroting)subsidies met dekking vanuit de reserve Bereikbaarheid. Voor 2022 betreft het de volgende activiteiten:

• Innovatieve aanpak/Korte termijn maatregelen A15 € 0,8 mln (v). Het project is door de uitvoerder opgeknipt in twee tranches, de 1e tranche is aangevraagd, de 2e tranche wordt in 2023 verwacht.
• Korte Termijn Maatregelen (KTM) A15 (PZH-2019-701906758) € 0,2 mln (v). De voorbereiding van het project kost meer tijd, de subsidieaanvraag wordt in 2023 verwacht.
• Korte termijn aanpak (KTA) Move 2021-2022 € 0,1 mln (n). De subsidieaanvraag was voorzien in 2021, maar is eerst in 2022 ontvangen.
• Mobiliteitsmanagement A20 NKG € 0,1 mln (v). De voorbereiding van het project kost meer tijd, de subsidieaanvraag wordt in 2023 verwacht.
• Bijdrage proceskosten MIRT verkenning Oeververbinding Rotterdam € 1,1 mln (v). De afrekening neemt meer tijd in beslag en wordt in 2023 verwacht.
• Bijdrage Logistiek platform KTA € 0,3 mln (n). Betreft de 2e tranche van de bijdrage, het project is door de uitvoerder in twee tranches verdeeld.
• Bijdrage Mobiliteitsplatform KTA € 0,3 mln (n). Betreft de 2e tranche van de bijdrage, het project is door de uitvoerder in twee tranches verdeeld.
• Bijdrage project Regionale logistiek KTA € 0,1 mln (n). De bijdrage was onderdeel van het programma KTA en abusievelijk niet begroot.

Verkenning Hoeksche Waard € 0,2 mln (v). Voor dit project zijn de exploitatielasten 2021 en 2022 gecorrigeerd naar het voorbereidings- en uitvoeringskrediet in het PZI.

In 2022 heeft PZH subsidie ontvangen van de EU na een voortgangsrapportage. PZH is leadpartner. De hoogte hiervan was vooraf niet te begroten. Een groot deel van de ontvangsten is bestemd voor de andere partners. De extra lasten betreffen de doorbetaling aan de andere partners. Zie ook de baten.

De lasten voor afschrijving en renteomslag zijn iets lager dan geraamd.

Inclusief Expertisecentra projecten en programma’s € 0,4 mln (n).
Voor toelichting zie paragraaf Arbeidscapaciteit.

• Toegankelijkheid € 0,3 mln (v). Er is in 2022 subsidie aangevraagd voor maatregelen in Leiden maar deze konden helaas geen doorgang vinden. De subsidie is ingetrokken.
• Luchtvaartbeleid € 0,2 mln (v). De uitgaven waren lager dan verwacht omdat het Burgermeetnet nog in voorbereiding is en nog niet is opgestart.
• Verkeer en vervoer beleid € 0,2 mln (v). Voor de Onderzoeksagenda bereikbaarheid is in 2022 minder uitgegeven dan begroot doordat een aantal onderzoeken nog niet waren afgerond en afgerekend.
• Projectmanagementkosten € 0,2 mln (v). Betreft een percentuele bijdrage aan personeelskosten.
• Onderhoud DRIS € 0,2 mln (v). Omdat de displays momenteel worden vervangen door nieuwe displays is voor de nog te vervangen displays enkel noodzakelijk onderhoud uitgevoerd.
• Goederenvervoer over water € 0,1 mln (v).
• Digitalisering overheden Smart Mobility € 0,1 mln (v). Het betreft een samenwerking tussen Rijk en regio. De inzet richt zich nu voornamelijk op kleine innovaties waarvoor voorlopig minder wordt uitgegeven dan eerder verwacht.
• Onderzoeken omgevingsbeleid € 0,2 mln (n). Betreft een percentuele bijdrage aan een concernbreed programma. Zie Ambitie 1.

De voorkeurslocatie voor de bediencentrale is gewijzigd van Delft naar het Provinciehuis. Conform het BBV kunnen de eerder gemaakte onderzoekskosten voor Delft hierdoor niet worden geactiveerd en moeten worden verantwoord in de exploitatie.

Door de prijsstijging op de energiemarkt is de energierekening voor de openbare verlichting hoger dan in de begroting is geprognosticeerd.

Om voldoende dekking te vinden in de uitvoering van prioritaire projecten aanleg en verbetering zijn in de Kadernota 2023 keuzes gemaakt. De functionele verbeteringen aan de N214 (parallelweg) en de N222 zijn hierdoor stopgezet. De gemaakte voorbereidingskosten worden ten laste van de exploitatie geboekt.

De financiële afwikkeling van de calamiteit aan de Koningin Julianabrug (eigendom van de gemeente Alphen aan den Rijn) is per abuis begroot op de investeringskredieten. Deze werkzaamheden moeten echter worden verantwoord in de exploitatie. De gemaakte kosten worden volledig doorbelast aan de eigenaar van deze brug. De exploitatiebaten zijn hierdoor ook € 1,2 mln hoger dan begroot.

Op diverse projecten binnen het planmatig onderhoud zijn onder- en overschrijdingen. Onderschrijdingen worden veroorzaakt doordat werkzaamheden (deels) in een ander jaar worden uitgevoerd dan gepland.
 Op de onderstaande projecten is in de uitvoering vertraagd:

• Julianasluizen en Coenecoopbrug € 1 mln (v).
• Nieuwe en Oude Tolbrug € 1,8 mln (v).
• Bruggen/projecten Merwedekanaal € 0,6 mln (v).
• Vervangen van lage druk natriumlampen door LED-verlichting € 0,7 mln (v).
• Diverse wegenprojecten zoals de N207b, N219a, N443, N447, N454 en de N489a € 1 mln (v).
• Projecten bebording vaarwegen, ruimte onder kunstwerken, Hartelcorridor en bruggen traject 1 – Delftse Schie € 0,9 mln (v).

De voorbereidingsfase voor  de uitvoering van het volgende project is versneld:

• PO Hoornbrug € 0,9 mln (n).

De geplande verkoop en overdracht van een aantal steunpunten is vertraagd. Hierdoor zijn de begrote kosten voor overdracht en versneld afwaarderen van de boekwaarde nog niet gerealiseerd.

Er zijn minder werkzaamheden voor derden verricht. Dit betreft onder andere de Julius Caesarbrug (Leiden) en Koudekerksebrug (Alphen aan den Rijn) en de combiboring ter voorbereiding van de oeverwerkzaamheden in traject 6 (Woudwetering). Tegenover deze verlaging van de lasten staan ook minder baten.

In samenwerking met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) is een uitvraag in het kader van Small Business Innovation Research (SBIR) voorbereid. Om de ontwikkeling van innovatieve concepten te versnellen, zijn ondernemers uitgenodigd om haalbaarheidsstudies op te stellen en proefprojecten uit te voeren voor de energietransitie van vaarwegen. De provincie en het rijk stellen beide € 0,5 mln beschikbaar.
De afrekening was voorzien in 2023, maar is al in 2022 gerealiseerd.
Voor de bijdrage is investeringsbudget beschikbaar in het PZI. Omdat de soort uitgaven niet voor activering in aanmerking komt, worden deze afgerekend met de exploitatie en ten laste va de algemene middelen gebracht. Bij de Voorjaarsnota 2023 valt het investeringsbudget vrij en komen de toekomstige lagere afschrijvingslasten ten gunste van de algemene middelen.

• Door vertraagde interne besluitvorming bij de gemeente Waddinxveen is de overdracht van de N453 aan de gemeente niet in 2022 afgerond € 0,3 mln (v).
• Het onderzoek naar de thermisch gereinigde grond welke is toegepast bij de aanleg van de parallelstructuur A12 vereist een langere voorbereiding € 0,4 mln (v).
• De gemeente Krimpen aan den IJssel heeft het project N210 Grote Kruising tegen lagere kosten gerealiseerd dan begroot. De provinciale bijdrage aan dit project is daarmee ook verlaagd € 0,3 mln (v).
• Extra uitgave /bijdrage van de Provincie aan het Wegschap Tunnel Dordtse Kil € 0,2 mln (n). Ter dekking van deze extra bijdrage heeft de Provincie middelen ontvangen van het Rijk. Deze extra inkomsten zijn verantwoord onder Organisatie

Voor toelichting zie paragraaf Arbeidskosten.

De lasten voor afschrijving en renteomslag zijn hoger dan begroot.

De onderbesteding kan worden toegeschreven aan de onderbezetting van het team. Dit heeft vooral te maken met het inwerken van nieuwe projectleiders op dossiers en complexe werkzaamheden die daardoor een langere doorlooptijd hebben, deze worden voltooid in 2023. Ook is er minder subsidie verleend doordat subsidievaststellingen lager zijn uitgevallen.

Van de gemeente Alblasserdam is in 2022 geen subsidieaanvraag ontvangen. De aanvraag wordt naar verwachting in 2023 door de gemeente ingediend. Zie ook de baten.

Het project EU LIFE CLINSH is afgerond en in 2022 afgerekend. Zie ook de baten.

• Regionale aanpak Laadinfrastructuur € 0,1 mln (v)
• RH2INE  € 0,1 mln (n)

Voor toelichting zie paragraaf Arbeidskosten.

De afwijkingen hebben te maken met het verwerken van de beschikbaarheidsvergoeding en de veranderende vraag naar OV (zie ook de lasten). Het betreft de volgende concessies:

• Drechtsteden, Molenlanden en Gorinchem € 4,3 mln (v)
• Zuid-Holland Noord € 2,9 mln (n)
• Hoeksche Waard & Goeree Overflakkee € 2 mln (n)
• Waterbus € 1,3 mln (n)
• Treindienst Alphen – Gouda € 0,3 mln (v)

Regionale Spoorinfrastructuur € 1,2 mln (n). Zie de toelichting bij de lasten.

In 2022 heeft PZH subsidie ontvangen van de EU na een voortgangsrapportage. Een groot deel van de ontvangsten is bestemd voor de andere partners. Zie ook de lasten.

• Verkeer- en vervoerbeleid € 0,2 mln (v)
• Duurzaam veilig € 0,2 mln (v)
• Smart Hy Aware € 0,1 mln (v)
• Diverse kleinere activiteiten € 0,1 mln (v)

De baten binnen Beleidsdoel 2-2 bestaan naast de legesinkomsten en verkoop vastgoed geheel uit bijdragen voor werk voor derden.
Op de volgende activiteiten zijn meer baten gerealiseerd dan begroot:

• Samenwerkingsovereenkomst N468 met het Hoogheemraadschap Delfland € 0,6 mln (v);
• Bediening van beweegbare kunstwerken/nacalculatie € 0,8 mln (v);
• Beheer en onderhoud aan het Utrechtse deel van het Merwedekanaal € 0,6 mln (v);
• Voorbereiding van het onderhoud aan de beweegbare kunstwerken in eigendom van de gemeente Delft € 1 mln (v);
• Uitvoeren diverse kleinere onderhoudsprojecten € 0,3 mln (v).
• Uitgevoerde calamiteit aan de Koningin Julianabrug (gemeente Alphen aan den Rijn) € 1,3 mln (v). De baten zijn per abuis begroot op het investeringskrediet. De realisatie van de baten is verantwoord in de exploitatie.

Op de volgende activiteiten zijn minder baten gerealiseerd dan begroot:

• Vertraging van de werkzaamheden op de volgende projecten € 1,5 mln (n). Het planmatig onderhoud aan de Julius Caesarbrug en de Koudekerksebrug, de combiboring ter voorbereiding van de oeverwerkzaamheden in traject 6 (Woudwetering).

Het steunpunt Krinkelwinkel is eerder verkocht en overgedragen dan gepland € 0,7 mln (v). De afronding van de verkoop van de steunpunten Rijnsaterwoude, Wateringen en Steekterweg is niet gerealiseerd in 2022 € 1,5 mln (n).

Het project EU LIFE CLINSH is afgerond en in 2022 afgerekend. Zie ook de lasten, waarvan een deel al in eerdere jaren verantwoord is.

In 2022 zijn van de 20 waterstofbussen inmiddels 19 bussen actief in de dienstregeling van de HWGO-concessie ingezet. Dit heeft ertoe geleid, dat ook 19/20 deel van de ontvangen Rijksbijdrage, conform de gestelde voorwaarde door I&W, in 2022 als bijdrage in de exploitatie verantwoord is.
De laatste bus zal in 2023 gaan rijden, waarna de resterende Rijksbijdrage ook in de exploitatie verantwoord zal worden.

• Zero emissie Laadinfra goederenvervoer € -0,4 mln (n)
• ROV € -0,3 mln (n)
• Diverse kleine afwijkingen € -0,1 mln (n)