Door diverse kleine afwijkingen zowel voordelig als nadelig ten opzichte van het budget 2023 is er een klein overschot (€ 0,3 mln).

De grootste veroorzaker van de onder uitputting is het doorschuiven van de aankoop van gronden voor het deelgebied de Noordse Buurt ter waarde van € 1,7 mln naar 2023. De reden hiervoor is een lopend onderzoek over een mogelijke vervuiling en hoe hiermee kan worden omgegaan. Overige financiële prestaties zijn in lijn met de verwachting en zijn reguliere kleine afwijkingen t.o.v. prognose 2022 in zowel over- als onderbesteding (€ -0,3 mln).   

De afwijking wordt veroorzaakt door:

• Lagere realisatie kosten dan oorspronkelijk ingeschat waar de boekhouding op is aangepast (project Achterwaterschap) (€ -1 mln)  
• Bedrag voor betaling van de afwaardering van gronden door RVO is doorgeschoven naar 2023 (project Zuideweg-Zuid) (€ -1 mln)
• Op verzoeken van de initiatiefnemer zijn dete behalen prestaties en de te verrichten activiteiten doorgeschoven naar latere jaren (project Lentevreugd De Horsten) (€ -0,5 mln)
• Een aantal kleine afwijkingen op verschillende projecten € -0,1 mln  

Er was rekening gehouden met de uitbetaling van een tweetal SKNL subsidies.  Verder was de verwachting dat er meer ecologisch advies zou worden uitgevraagd en is er een onderbesteding op de apparaatslasten vanwege de openstaande vacatures (€ -1,4 mln).   
Voor de Leenheerenpolder heeft er een administratieve overheveling plaatsgevonden van Grond voor Grond naar NNN. Bij het vastleggen van het budget werd er  uitgegaan van overdracht in twee tranches, 50% in 2022 en 50% in 2023. Inmiddels heeft de gehele overdracht in 2022 plaatsgevonden met hogere lasten in 2022 (€ 4,3 mln).
Ook hebben er diverse aanvullende afwaarderingen van grond en enkele aanvullende strategische grondaankopen plaatsgevonden (€ 2,1 mln).

We hadden verwacht € 0,4 mln meer uit te geven aan reeds verstrekte SKNL-subsidies voor kwaliteitsimpulsen in bestaande natuurgebieden. Deze schuiven door naar 2023. Verwacht wordt dat een groot deel van de uitstaande subsidies dan tot uitbetaling zullen komen. De subsidies voor natuurbeheer vallen € 0,4 mln lager uit dan verwacht. De verklaring hiervoor is dat het areaal dat in natuurbeheer is genomen achter blijft bij de oorspronkelijke raming. De komende jaren zal dit door de versnelling in de NNN-realisatieopgave naar verwachting weer bijgehaald worden.

Voor de zomer is een inschatting gemaakt van de dossiers die nog in 2022 tot een notarismoment zouden leiden. Dit is in de vorm van een wijziging in de Najaarsnota doorgeven. Na de zomervakantie bleek dat er toch nog een extra aankoop kon worden gerealiseerd. In 2022 zijn er uiteindelijk meer grondtransacties afgerond hetgeen tot een hogere dan begrote uitgaven heeft geleid (€ 1,9 mln).  

De voortgang van het uitvoeren van maatregelen is vertraagd (€ -0,4 mln) als gevolg van twee aspecten:
Er ontbrak een passende subsidieregeling en er konden geen opdrachten meer gegeven worden. Hierdoor zijn in 2022 maar beperkt maatregelen uitgevoerd. Vanaf 1 januari 2023 is er een werkend financieel instrumentarium en kan de achterstand ingehaald worden.  
Gebleken is dat het voornemen om de versnelling NNN gelden uit de SPUK in te zetten voor volledige schadeloosstelling onhaalbaar bleek te zijn binnen de tijdskaders van de SPUK (uiterlijk 2023 bestuurlijk verplicht en 2025 uitgevoerd).  

De voortgang van het uitvoeren van maatregelen is vertraagd, doordat er geen passende subsidieregeling was in 2022 en tegelijkertijd er geen opdrachten meer verstrekt konden worden. Hierdoor zijn in lijn met het programma Natuur beperkt maatregelen uitgevoerd. Deze beperking kan in 2023 ingehaald, doordat er vanaf 1 januari 2023 een nieuwe subsidieregeling beschikbaar is (€ -1,1 mln)

De lasten gemoeid met de aankoop en de afwaardering van grond voor grond zijn € 0,8 mln hoger dan begroot; de verkopen (en de daaruit volgende afwaardering) waren meer/hoger dan begroot. Daarnaast zijn de lasten voor het beheer van grond voor grond € 0,3 mln hoger dan begroot. Tenslotte zijn de lasten voor bedrijfsvoering € 0,1 mln hoger.

Op basis van voortgangsrapportage zijn voor € 0,3 mln (subsidie)lasten naar toekomstige jaren verplaatst; de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten blijven achter bij het initiële plan.

Voor de uitvoering van het agrarisch natuurbeheer zijn de lasten gedekt uit EU bijdrage / bijdrage van derden (zie ook baten) € 1,1 mln hoger. De lasten gedekt uit een provinciale bijdrage zijn € 0,7 mln lager. De EU heeft haar bijdrage verhoogd.

Met betrekking tot maatregel voor weide-/akkervogels is een € 0,9 mln. minder gerealiseerd dan begroot. Dit komt voornamelijk doordat de subsidieregeling voor de boerenlandvogels aan het einde van het jaar is opengesteld en activiteiten niet meer zijn gestart in 2022.
Daarnaast is € 0,8 mln. meer gerealiseerd met betrekking tot de inzet van (provinciale) grond voor weidevogelkerngebieden; de lasten samenhangend met verwerving waren te conservatief ingeschat.

De overschrijding van wordt voor € 2 mln veroorzaakt door hogere faunaschade. Dit als gevolg van hogere voedselprijzen, juridische procedures (waardoor op enkele soorten geen beheer uitgevoerd kon worden om o.a. de schade te beperken dan wel te voorkomen). En een toename door met name grauwe ganzen, knobbelzwanen en smienten zijn de tegemoetkomingen in faunaschade wederom fors gestegen ten opzichte van voorgaande jaren.

Diverse kleine verschillen leiden gezamenlijk tot een onderschrijding van € 0,4 mln. Deze worden onder andere veroorzaakt door onderschrijdingen binnen zoet water projecten en regionale keringen.

Voor toelichting zie paragraaf Arbeidskosten.

De lasten voor Provinciaal Landbouwbeleid zijn € 0,2 mln lager dan begroot. Dit komt mede doordat het Rijk heeft nog geen helderheid heeft verstrekt over de verwachte doelen op gebied van NPLG; opdrachten en subsidie konden nog niet worden verstrekt en personeel niet aangenomen. Daarnaast is er ook verschuiving van subsidielasten van € 0,5 mln naar volgende jaren als gevolg van vertraging. Tenslotte zijn de lasten voor kavelruil zijn € 0,1 mln lager. In 2022 bleek geen belangstelling voor de subsidieregeling voor kavelruil.

De onderbesteding heeft voor € 4,7 mln. betrekking op de in 2022 gerealiseerde aankoop van twee veehouderijbedrijven. Deze aankoop is verantwoord als investering terwijl dit in de begroting als exploitatiebudget was opgenomen. Per saldo is dit budget neutraal, ook de baten zijn € 4,7 mln. lager omdat de rijksbijdrage als investeringsbijdrage in de jaarstukken is verwerkt i.p.v. een baat in de exploitatie.
Daarnaast zijn door looptijdwijzigingen en correcties op basis van voortgangsrapportage voor € 1,3 mln (subsidie)lasten naar toekomstige jaren verplaatst. Tenslotte is er voor € 0,5 mln minder lasten gerealiseerd, omdat in 2022 nog niet alle regelingen/brieven vanuit Rijk, (onder andere NPLG) bekend waren waardoor niet alle projecten van start zijn gegaan. Hierdoor is ook de personele lager, dit in combinatie met latere instroom van personeel als gevolg van krapte op de arbeidsmarkt.

Met betrekking tot de POP3 maatregelen zijn de lasten € 1,2 mln hoger dan begroot; dat komt voornamelijk door een laatste openstelling die nog niet in begroting was opgenomen. In deze openstelling wordt geen cofinanciering vanuit de provincie verlangd. De hoger lasten worden voor € 1,1 mln gedekt uit hogere bijdrage van EU en derden (zie baten) en voor € 0,1 mln uit provinciale middelen.
De uitvoeringskosten voor POP3 zijn € 0,6 mln lager dan begroot. De lagere realisatie komt door een de late ontvangst van een lagere afrekening van het landelijke uitvoeringsorganisatie over 2022. Daarnaast was de verwachting dat de uitvoeringskosten, op basis van ontvangen prognose van de uitvoeringsorganisatie, hoger zou zijn. De uitvoeringskosten voor POP3 worden voor € 0,3 mln gedekt uit een niet geplande bijdrage uit de EU. Dat een bijdrage ontvangen zou worden was bekend, maar de hoogte en het moment van de ontvangst van de bijdrage ligt in handen van het landelijke uitvoeringsorgaan en waren onbekend en daarom niet begroot.

Voor toelichting zie paragraaf Arbeidskosten.

De realisatie van de ecologische verbindingszone binnen de projecten Achterwaterschap en Dwarsgang als onderdeel van de samenwerkingsovereenkomst (SOK) Alblasserwaard en Vijfheerenlanden heeft vertraging opgelopen. Er zijn vooralsnog alleen plannen gemaakt.

Diverse kleine verschillen leiden gezamenlijk tot een onderschrijding van € 0,4 mln. Deze worden onder andere veroorzaakt door onderschrijdingen binnen zoet water projecten en regionale keringen.

Voor toelichting zie paragraaf Arbeidskosten.

Vanwege hogere lasten op het Buijtenland van Rhoon (zie lasten), zijn ook de bijdrage uit rijksmiddelen hoger

Vanwege lagere lasten voor de uitvoering van het Prgramma Natuur (zie lasten), zijn ook de bijdrage uit rijksmiddelen lager

De opbrengsten uit verkoop / doorlevering van NNN-areaal zijn hoger dan begroot. De prognose met betrekking tot de te realiseren verkopen / doorleveringen is te conservatief geweest.

De opbrengsten uit verkoop, pacht en verhuur van provinciaal vastgoed is € 0,1 mln hoger dan begroot. Daarnaast zijn de opbrengsten uit verkoop, pacht en verhuur van groene grond € 4,8 mln hoger dan begroot. De prognose met betrekking tot te realiseren verkopen is te conservatief geweest.

Omdat er meer vergunningen zijn verleend zijn de legesopbrengsten in het kader van de Wet natuurbescherming hoger dan begroot.

De EU heeft besloten haar bijdrage aan het agrarisch natuurbeheer te verhogen (zie lasten). Daardoor nemen de baten met € 1,1 mln toe.

De opbrengsten uit verkoop / overdracht van weidevogelkerngrond zijn € 1,1 mln hoger dan begroot. De prognose met betrekking tot te realiseren verkopen is te conservatief geweest.

Diverse kleine verschillen leiden gezamenlijk tot een overschrijding van € 0,3 mln. Het betreft voornamelijk hogere bijdragen uit rijksmiddelen omdat de lasten ook hoger zijn.

Met betrekking tot de POP maatregelen zijn hogere bijdrage van EU en derden (zie lasten)  ontvangen.
Daarnaast is er een niet geplande bijdrage uit de EU ontvangen voor de POP3 uitvoeringskosten (zie lasten)

Vanwege lagere lasten op het project Impuls Veenweide (zie lasten), zijn ook de bijdrage uit rijksmiddelen lager