Inventarisatie risico's en benodigde weerstandscapaciteit
In deze paragraaf worden de netto strategische risico’s toegelicht die de benodigde incidentele en structurele weerstandscapaciteit bepalen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige risico's, die (nog) geen financiële afdekking behoeven vanuit de algemene reserve, en de financiële risico's, die worden meegenomen voor het bepalen van het weerstandsvermogen. De beleidsmatige risico’s zijn opgenomen vanwege politiek/bestuurlijke importantie en/of om de ontwikkeling van deze risico’s in relatie tot de aangehouden buffers op het niveau van de begrotingsprogramma’s te kunnen blijven volgen.
Toelichting op de inventarisatie van de risico's
De risico’s zijn geactualiseerd ten opzichte van de Begroting 2023. Een uitgebreidere toelichting per risico is terug te vinden bij de risicobeschrijvingen in deze paragraaf.
Opgetreden risico’s
- Het risico met betrekking tot de lagere opbrengst MRB (#13) heeft zich in 2022 heeft voorgedaan. De werkelijke opbrengst bleef, ondanks compensatie vanuit het Rijk voor de vrijstelling van elektrische auto’s tot en met 2024, achter ten opzichte van de begrote opbrengst met een structureel effect van € 2,3 mln. Voor 2023 is de kans dat de opcenten circa 1% (€ 3,8 mln) in 2023 lager uitvallen verhoogd naar 25-50%. Daarnaast wordt momenteel onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor een nieuw belastinggebied.
- Het risico met betrekking tot de provinciale opgave Energietransitie (#10) is in 2022 opgetreden: de Houdstermaatschappij Zuid-Holland (met onderliggende fondsen ENERGIIQ en WPF) heeft een negatief resultaat van € 1,1 mln behaald. Hiervoor is de reeds getroffen voorziening verhoogd. Vanaf 2023 blijft alleen het deelnamerisico in ENERGIIQ over vanwege het fuseren van HZH en WPF.
- Het risico met betrekking tot Fonds Nazorg (#34) is in 2022 opgetreden: het fonds heeft een lager rendement behaald dan beoogd in 2022. Hiervoor is in de provinciale jaarrekening een voorziening getroffen van € 3,2 mln die is gedekt uit de bufferreserve Nazorg stortplaatsen. Voor 2023 is een risico opgenomen van € 1,9 mln, gebaseerd op toekomstige tegenvallende beleggingsresultaten en wordt afgedekt via de bestaande bufferreserve Nazorg stortplaatsen.
Belangrijkste wijzigingen
- De kwantificering van het risico met betrekking tot lagere opbrengst provinciefonds (#12) is gewijzigd. In de oude risicobeschrijving bij de Begroting 2023 was de totale schade berekend over twee jaar te weten 2023 en 2024. Dit is teruggebracht naar alleen het jaar 2023, waardoor het effect bij het optreden van het risico is verlaagd. De herijking van het provinciefonds kan, zowel positief als negatief, gevolgen hebben voor de structurele inkomsten uit het provinciefonds na 2023. Het risico heeft zich in 2022 niet voorgedaan, maar de kans wordt middelgroot geschat (37,5%) dat het risico zich in 2023 wel voordoet. Dit resulteert in een netto effect van € 1,9 mln.
- Het risico met betrekking tot de informatieverzoeken Woo (#25) is niet langer gekwantificeerd in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing, omdat de verschillende ingediende Woo verzoeken niet tot extra kosten hebben geleid. Ook voor de toekomst verwacht men geen extra kosten (buiten de geraamde kosten) te maken. Dit risico wordt nauwkeurig gemonitord en bijgesteld wanneer nodig.
Nr. | Beleidsmatige risico’s | Incidenteel / structureel | Beleidsdoel |
---|---|---|---|
5 | Deelnamerisico ROM-D Capital B.V. | i | 4.1 |
8 | Meerkosten als gevolg van onverwachte incidenten bij projecten in uitvoering | i | 2.1 |
15 | Natuuropgave realiseren binnen wettelijke verplichting | s | 5.1 |
21 | Doorlevering gronden TBO’s | i | 5.1 |
25 | Informatieverzoeken Woo | i | 1.1 |
27 | Stikstofproblematiek | i | 1 |
28 | Opbrengstverliezen OV | i | 2.1 |
33 | Procedures Bibob | i | 1.1 |
38 | Transitiekosten OGO | i | 8 |
39 | Inwerkingtreding Omgevingswet per 2023 | i | 6.2 |
41 | Arbeidscapaciteit | i | 8 |
De totaal benodigde incidentele weerstandscapaciteit is gestegen van € 18,2 mln naar € 19,4 mln. De totaal benodigde structurele weerstandscapaciteit is gedaald van € 13,7 mln naar € 6,5 mln. De wijzigingen zijn naast aanpassingen van de omvang van risico’s ook te verklaren door de nieuwe indeling van structurele en incidentele risico’s.
Nr. | Financiële risico’s | Max. schade | Kans van optreden | Effect netto (i) | Effect netto (s) | Beleids- | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
2 | Renterisico | s | 2,8 | 0-25% | 0,4 | 8 | |
6 | Deelnamerisico InnovationQuarter | i | 28,1 | 0-25% | 0,5* | 4.1 | |
9 | Risico’s informatieveiligheid | i | 1 | 0-25% | 0,1 | 8 | |
10 | Risico gekoppeld aan de provinciale opgave Energietransitie | i | 28,8 | 0-25% | PM* | 3.2 | |
12 | Lagere uitkering provinciefonds | s | 5 | 25-50% | 1,9 | 8 | |
13 | Lagere opbrengst MRB | s | 3,8 | 25-50% | 1,4 | 8 | |
14 | Waardeontwikkeling grondaandeel Zuidplas | i | 21,2 | 0-25% | 2,7 | 6.3 | |
16 | BRZO / RIE-bedrijven kunnen niet meer aan vergunningplicht voldoen | s | 15 | 25-50% | 5,6 | 7.1 | |
17 | De Europese Commissie kan subsidiabiliteit van uitgaven betwisten | i | 2,55 | 0-25% | 0,3 | 4.1 | |
18 | Omgevingsrisico’s vergunningverlening, toezicht en handhaving | s | 5 | 0-25% | 0,6 | 7.1 | |
19 | Geen aflossing van garantstellingen | i | 10,6 | 0-25% | 1,3 | 8 | |
20 | Aansprakelijkheidsrisico ingeleend personeel | s | 0,25 | 0-25% | 0,03 | 8 | |
22 | Meerkosten a.g.v. onverwachte incidenten areaal | i | 25 | 0-25% | 3,1 | 2.2 | |
23 | Claims op subsidieregeling bedrijventerreinen | i | 2,38 | 0-25% | 0,3 | 4.2 | |
30 | Deelnamerisico ONW | i | 0,9 | 0-25% | 0,1 | 6.3 | |
32 | Rijksbijdrage subsidieregeling MIT | i | 8,1 | 0-25% | 1 | 4.1 | |
34 | Fonds Nazorg | i | 5 | 25-50% | PM* | 7.1 | |
36 | Datalek van persoonsgegevens | i | 20 | 0-25% | 2,5 | 8 | |
37 | Niet naleven privacywetgeving | i | 1,5 | 25-50% | 0,6 | 8 | |
40 | Prijs- en loonontwikkelingen | s | 7,5 | 25-50% | 2,8 | 8 | |
Totaal | 18,7 | 6,5 |
* Het risico wordt (deels) via een bufferreserve afgedekt.
Beschikbare weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen drukt uit of de provincie voldoende weerbaar is voor het opvangen van risico’s.
Dit wordt berekend door de middelen die de provincie beschikbaar heeft c.q. kan maken (de zogenaamde weerstandscapaciteit) te delen door de omvang van de risico’s. Hierbij maken we een onderscheid tussen structureel weerstandsvermogen en incidenteel weerstandsvermogen.
Structurele weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen
De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit de zogenaamd onbenutte belastingcapaciteit. Dat is het verschil tussen de inkomsten uit de opcenten MRB tegen het voorgestelde tarief (91,8 opcenten) en wat de inkomsten zouden zijn als de provincie Zuid-Holland het wettelijke maximumtarief zou heffen (in 2022 was het wettelijk maximumtarief 118,4 opcenten).
De onbenutte belastingcapaciteit bedroeg in 2022 € 103,9 mln. De omvang van de structurele risico’s bedraagt € 6,5 mln.
structurele weerstandsvermogen | = structurele weerstandscapaciteit | / de omvang van de structurele risico’s |
---|---|---|
16,0 | = 103,9 | / 6,5 |
Het structurele weerstandsvermogen bedraagt “16,0”. Dit is ruim meer dan de waarde die de provincie Zuid-Holland nastreeft (namelijk een factor “2”). Het structurele weerstandsvermogen is hoger dan bij Jaarrekening 2021 (“10,0”) doordat de structurele risico’s meer zijn gedaald dan de weerstandscapaciteit.
Incidentele weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen
De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserve (incl. nog te bestemmen resultaat lopend jaar). Deze bedraagt in totaal € 236,4 mln (€ 217,8 mln + € 51,6 mln nog te bestemmen resultaat lopend jaar minus € 33,0 mln voorgestelde beklemmingen ). Daar staat € 18,7 mln aan risico’s tegenover.
incidentele weerstandsvermogen | = incidentele weerstandscapaciteit | / de omvang van de incidentele risico’s |
---|---|---|
12,6 | = 236,4 | / 18,7 |
Dat betekent dat het incidenteel weerstandsvermogen “12,6” bedraagt. Dat is ruim meer dan de streefwaarde van de provincie Zuid-Holland (namelijk een factor “2” en een stijging ten opzichte van de Jaarrekening 2021 (“7,3”). Deze toename is voornamelijk te verklaren door mutaties van de algemene reserve. Het incidenteel weerstandsvermogen ligt wel in lijn met de Begroting 2022 (“12,6”).
Met de huidige omvang van de risico’s wordt in de algemene reserve € 37,4 mln beklemd als weerstandscapaciteit om te voldoen aan de norm van een minimaal weerstandsvermogen van ‘2’.