27. | Stikstofproblematiek |
---|
Risico | Maatregelen van Rijk, provincie en andere partners/sectoren om de stikstofemissies en -deposities te laten dalen en natuurherstelmaatregelen (door TBO’s) komen onvoldoende (snel) tot uitvoering of leveren niet de gewenste uitkomsten op. |
---|
Oorzaken | - Forse overbelasting van stikstofdepositie in het kader van de Europese verplichting in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn in de Natura 2000-gebieden in Zuid-Holland, specifiek de twaalf stikstofgevoelige gebieden.
- Te weinig concrete bronmaatregelen van het Rijk en onvoldoende duidelijke afspraken over Rijksmiddelen, taakverdeling en inzet.
- Koppeling stikstofdoelen met andere doelen in NPLG creëert afhankelijkheid en kan leiden tot vertraging in afspraken en uitvoering van maatregelen.
- Onvoldoende capaciteit in relatie tot overspannen arbeidsmarkt en uitvoeringskracht (realisatie van maatregelen).
|
---|
Gevolg(en) | - De verbetering van de natuurkwaliteit en biodiversiteit, waaronder de wettelijke omgevingswaarden (Wet stikstofreductie en natuurverbetering), worden niet gehaald en de Natura 2000 gebieden kunnen niet in goede staat van instandhouding worden gebracht (zie ook risico 15 ).
- De vergunningverlening en de houdbaarheid van vergunningen komen onder druk.
- Voorgenomen plannen (o.a. ontwikkeling en verduurzaming havenindustrieel complex, woningbouwopgave en bereikbaarheid) gaan niet door, lopen vertraging op en/of projecten komen (tijdelijk) stil te liggen en/of worden aangevochten in juridische procedures met mogelijke claims tot gevolg. Als gevolg van het vervallen van de bouwvrijstelling worden projecten mogelijk duurder vanwege het moeten toepassen van zero emissie maatregelen of het kopen van stikstofruimte.
- Bij de omgevingsdiensten ontstaat een (tijdelijke) stijging van de werklast / capaciteitsbehoefte voor uitvoering vergunningverlening en handhaving Wet Natuurbeheer.
|
---|
Achtergrond-informatie | De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 29 mei 2019 het gebruik van de Programma Aanpak Stikstof (PAS) als kader voor ‘toestemmingsbesluiten’ verboden aangezien de PAS in strijd met de Habitatrichtlijn is vastgesteld. De Wet stikstofreductie en natuurherstel is per juli 2021 ingegaan, waarmee afspraken zijn gemaakt voor vermindering van stikstofdepositie en extra financiële middelen voor bronmaatregelen en natuurherstel. In 2021 is de provinciale stikstofbank en de stikstofbank voor het Havenindustrieel complex opgericht. In 2022 is een stikstofbank voor stedelijke ontwikkeling toegevoegd. Op 10 juni 2022 is de startnotitie Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) verschenen van het Rijk; onderdeel hiervan zijn de richtinggevende doelen voor stikstof (NH3 in veehouderij). Op 2 november 2022 is de bouwvrijstelling vervallen (onderdeel van de WSN). |
---|
Maatregelen | - Het opstellen van een gebiedsprogramma Zuid-Holland (ZH-PLG) conform de Wet stikstofreductie en natuurverbetering en de startnotitie NPLG.
- Regievoeren op generieke afspraken en gebiedsgerichte aanpak samen met stakeholders gericht op stikstofreductie en natuurherstel voor zowel de onderdelen van het stikstofdossier die vallen binnen de scope van het NPLG als voor de onderdelen daarbuiten (zoals industrie en mobiliteit).
- Deelnemen in landelijke werkgroepen met de twaalf provincies én het Rijk om ontstane problematiek in kaart te brengen en te adviseren over oplossingen en de te nemen maatregelen.
- Gezamenlijk met de andere elf provincies en de ministeries van LNV en I&W zorgdragen dat de stikstofbank gevuld wordt door private partijen dan wel overheden.
- Analyseren van provinciale beleidsopgaven waarbij sprake is van stikstofreductie en inzichtelijk maken van de gewenste stikstofruimte om ontwikkelingen mogelijk te maken.
|
---|
Status risico | Het risico is zeer actueel. De dynamiek rondom de stikstofopgave is hoog, waardoor het risico op vertraging van de daadwerkelijke uitvoering van maatregelen groot blijft. Dit betreft zowel beleidsmatige ontwikkelingen (bijvoorbeeld nieuw rijksbeleid), als nog nader te maken afspraken over instrumenten en middelen over eerdere beleidsmatige keuzes (op rijksbeleid). Specifiek geldt het risico op kostenverhoging in de projecten waar stikstofruimte moet worden aangekocht, danwel zero-emissiemaatregelen moeten worden toegepast vanwege het vervallen van de bouwvrijstelling. Met name vanwege het vervallen van de bouwvrijstelling geldt voor de risico status dat het risico is toegenomen. |
---|