6. | Deelnamerisico InnovationQuarter |
---|---|
Risico | De ROM InnovationQuarter B.V. (IQ) behaalt haar jaarlijkse bedrijfseconomische doelstellingen niet. |
Oorzaken |
|
Gevolg(en) |
|
Achtergrond- informatie | De provincie neemt, samen met het ministerie van Economische Zaken, de gemeenten Rotterdam, Den Haag (onder andere via Stichting HEID), Delft, Leiden, Westland en de Zuid-Hollandse universiteiten en medische centra deel in InnovationQuarter. De provincie heeft in 2013 in twee tranches voor € 25 mln aan kapitaal gestort. In 2021 is op initiatief van EZK ingevolge cofinanciering door de aandeelhouders besloten een extra kapitaalstorting in IQ te doen. Voor de provincie geldt dat deze kapitaalstorting van € 14,7 mln in twee tranches wordt voldaan in 2022 (€ 7,4 mln) respectievelijk in 2023 (€ 7,3 mln). De provincie verkrijgt door haar kapitaalinbreng aandelen in de ROM InnovationQuarter B.V. De waarde van het aandelenkapitaal bedraagt anno 2022 € 32,4 mln. nominaal. |
Maatregelen |
|
Status risico | De ontwikkelingen bij de investeringstak van InnovationQuarter wijzen erop dat het zgn. badkuipmodel, dat kenmerkend is voor een revolverend fonds, een langer verloop zal hebben dan in eerst instantie nog werd voorzien, met name vanwege het achterblijven van exits en investeringen in de eerste jaren (opstartfase). Ter afdekking van het verschil tussen de nominale en de intrinsieke waarde op het gestorte aandelenkapitaal van € 32,4 mln (ultimo 2022) is de voorziening bij de Jaarrekening 2022 verlaagd tot € 4,3 mln. Deze verlaging komt mede door het positieve resultaat van IQ in 2022 van € 1,5 mln. Andere reden is de storting van de eerste tranche (€ 7,4 mln.) van de cofinanciering in 2022. Hierdoor zijn de provinciale aandelen verwaterd en is het stemaandeel ten opzichte van 2021 gedaald naar 29,39%. Na de tweede storting (€ 7,3 mln) in 2023 zal het stemaandeel daarentegen 31,53% zijn. Het is niet uit te sluiten dat de waarde van de provinciale aandelen in 2023 daalt door tegenvallende resultaten en het achterblijven van exits uit de investeringsportefeuille. Vooralsnog nemen we in de paragraaf weerstandsvermogen een risico op met een kans van 0-25% op een waardedaling van maximaal € 28,1 mln (zijnde € 32,4 mln (t.w. € 25 mln aandelenkapitaal plus € 7,4 mln eerste tranche cofinanciering) minus € 4,3 mln voorziening). Hierdoor resteert een risico van € 3,5 mln waarvan € 3 mln wordt afgedekt via de bestaande bufferreserve. De afdekking via de paragraaf Weerstandsvermogen is hierdoor € 0,5 mln. |