Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

39.

Inwerkingtreding Omgevingswet per 2024

Risico

Er bestaat onzekerheid over de invoering van de Omgevingswet per 1-1-2024.

Oorzaken

  • De EK beslist naar verwachting 14 maart 2023 over het Koninklijk besluit (KB) met invoeringsdatum 1-1-2024.
  • Het Digitaal Stelsel Omgevingswet Landelijke Voorziening (DSO-LV) wordt door het Rijk te laat opgeleverd dan wel de oefen- en inregeltijd voor de digitale systemen wordt te kort bevonden om de wet in werking te laten treden.

Gevolg(en)

  • Indien de EK later dan 1 juli 2023 besluit over de inwerkingtreding per 1-1-2024 is het niet haalbaar om aan alle digitale verplichtingen onder de Omgevingswet te voldoen, waardoor het dienstverleningsniveau omlaag gaat: projecten lopen vertraging op en/of gaan (daardoor) niet door, woningbouw vertraagt, vergunningen worden ten onrechte (wel of niet) verleend. De effecten daarvan worden later merkbaar (minder woningbouw, gevaarlijke situaties, ongewenste (ruimtelijke) ontwikkelingen), onvoldoende bescherming  (bijv. bij waterveiligheid/beheersing, natuurbeheer, woningbouw, erfgoed), het mogelijk moeten corrigeren en/of gevolgschade die op ons kan worden verhaald. Tevens worden hogere kosten gemaakt dan geraamd om de interne systemen van PZH en Omgevingsdiensten wel aan te sluiten op het DSO-LV en/of om tijdelijk alternatieve maatregelen en workarounds in te regelen. Voor een deel van de bodemtaken, waarvan het bevoegd gezag bij inwerkingtreding van de Omgevingswet overgaat naar de gemeenten, kunnen er problemen ontstaan bij de invoering en het inregelen van taken.
  • Vanwege het zoveelste uitstel van de invoeringsdatum leidt dit tot extra incidentele transitiekosten voor het werken met dubbele systemen en de voorbereiding intern en met de externe partijen zoals IPO en regio’s. Deze transitiekosten zijn vanwege het bestuursakkoord van 1 juli 2015 voor eigen rekening.

Achtergrond-informatie

De Omgevingswet treedt waarschijnlijk per 1 januari 2024 in werking. De invoering is al vele malen uitgesteld vanwege een complex digitaal stelsel dat tegelijk wordt ingevoerd. In het Invoeringsplan Omgevingswet staan de hoofdlijnen van de wet en de voorbereidingen hierop. Voorbereiding op de digitalisering van het Omgevingsbeleid en de aansluiting op het digitale stelsel vindt al enige jaren plaats voor de plan procedure, de vergunningverlening en de informatiesystemen.

Maatregelen

  • Op basis van het geactualiseerde Invoeringsplan Omgevingswet monitoren en rapporteren van voorbereidende acties per kwartaal vanaf Q2 2020.
  • Bij het aanbieden van Q2 2022 hebben GS aan PS hun zorgen geuit over de gevolgen voor de dienstverlening en gebiedsontwikkeling bij invoering van de Omgevingswet per 2023. PZH en het IPO hebben begin oktober 2022 deze risico´s bij de minister kenbaar gemaakt. De minister van BZK heeft het Koninklijk besluit (KB) daarna ingetrokken. Na een motie van de VNG in december 2022 (waarin een half jaar oefentijd na besluitvorming in TK en EK werd geëist), heeft de minister op 27 januari 2023 een nieuw KB met inwerkingtreding 1-1-2024 naar de kamers gestuurd. .
  • Druk houden op het verbeteren van het landelijk digitaal stelsel en het interbestuurlijk ketentesten is van belang om te kunnen werken met het stelsel vanaf 2024.

Status risico

Het risico over de invoering op 1 juli 2023 (oude risico) is opgetreden. Minister de Jonge heeft uitstel gevraagd tot naar 1-1-2024. Besluitvorming over de inwerkingtreding na 1 juli 2023 is ongewenst vanwege de benodigde oefen- en inregeltijd.

Deze pagina is gebouwd op 06/19/2023 11:20:27 met de export van 06/19/2023 10:51:38